zemelknopen/vervoeging
Uiterlijk
vervoeging van de bedrijvende vorm van zemelknopen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | zemelknopen | te zemelknopen | ||||||
toekomend | zullen zemelknopen | te zullen zemelknopen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gezemelknoopt | te hebben gezemelknoopt | ||||||
toekomend | gezemelknoopt zullen hebben | gezemelknoopt te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
zemelknopend | gezemelknoopt | ev. zemelknoop |
mv. verouderd zemelknoopt |
zemelknope | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | zemelknoop | zemelknoopt | zemelknoopt | zemelknoopt | zemelknoopt | zemelknopen | zemelknopen | zemelknopen | |
verleden (o.v.t.) | zemelknoopte | zemelknoopte | zemelknoopte | zemelknoopte | zemelknoopte | zemelknoopten | zemelknoopten | zemelknoopten | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal zemelknopen | zult/zal zemelknopen | zult/zal zemelknopen | zult zemelknopen | zal zemelknopen | zullen zemelknopen | zullen zemelknopen | zullen zemelknopen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou zemelknopen | zou zemelknopen | zou(dt) zemelknopen | zoudt zemelknopen | zou zemelknopen | zouden zemelknopen | zouden zemelknopen | zouden zemelknopen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gezemelknoopt | hebt gezemelknoopt | hebt/heeft gezemelknoopt | hebt gezemelknoopt | heeft gezemelknoopt | hebben gezemelknoopt | hebben gezemelknoopt | hebben gezemelknoopt | |
verleden (v.v.t.) | had gezemelknoopt | had gezemelknoopt | had gezemelknoopt | hadt gezemelknoopt | had gezemelknoopt | hadden gezemelknoopt | hadden gezemelknoopt | hadden gezemelknoopt | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gezemelknoopt hebben | zal/zult gezemelknoopt hebben | zult/zal gezemelknoopt hebben | zult gezemelknoopt hebben | zal gezemelknoopt hebben | zullen gezemelknoopt hebben | zullen gezemelknoopt hebben | zullen gezemelknoopt hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gezemelknoopt hebben | zou gezemelknoopt hebben | zou/zoudt gezemelknoopt hebben | zoudt gezemelknoopt hebben | zou gezemelknoopt hebben | zouden gezemelknoopt hebben | zouden gezemelknoopt hebben | zouden gezemelknoopt hebben |