youtuben/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van youtuben
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		youtuben			te youtuben
	toekomend		zullen youtuben			te zullen youtuben
voltooid	tegenwoordig		hebben geyoutubed			te hebben geyoutubed
	toekomend		geyoutubed zullen hebben			geyoutubed te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	youtubend		geyoutubed			ev. youtube	mv. verouderd youtubet	youtube
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	youtube	youtubet	youtubet	youtubet	youtubet	youtuben	youtuben	youtuben
verleden (o.v.t.)	youtubede	youtubede	youtubede	youtubede	youtubede	youtubeden	youtubeden	youtubeden
toekomend (o.t.t.t.)	zal youtuben	zult/zal youtuben	zult/zal youtuben	zult youtuben	zal youtuben	zullen youtuben	zullen youtuben	zullen youtuben
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou youtuben	zou youtuben	zou(dt) youtuben	zoudt youtuben	zou youtuben	zouden youtuben	zouden youtuben	zouden youtuben
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geyoutubed	hebt geyoutubed	hebt/heeft geyoutubed	hebt geyoutubed	heeft geyoutubed	hebben geyoutubed	hebben geyoutubed	hebben geyoutubed
verleden (v.v.t.)	had geyoutubed	had geyoutubed	had geyoutubed	hadt geyoutubed	had geyoutubed	hadden geyoutubed	hadden geyoutubed	hadden geyoutubed
toekomend (v.t.t.t.)	zal geyoutubed hebben	zal/zult geyoutubed hebben	zult/zal geyoutubed hebben	zult geyoutubed hebben	zal geyoutubed hebben	zullen geyoutubed hebben	zullen geyoutubed hebben	zullen geyoutubed hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geyoutubed hebben	zou geyoutubed hebben	zou/zoudt geyoutubed hebben	zoudt geyoutubed hebben	zou geyoutubed hebben	zouden geyoutubed hebben	zouden geyoutubed hebben	zouden geyoutubed hebben