wegretoucheren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van wegretoucheren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		wegretoucheren			weg te retoucheren
	toekomend		zullen wegretoucheren weg zullen retoucheren			te zullen wegretoucheren weg te zullen retoucheren
voltooid	tegenwoordig		hebben weggeretoucheerd			te hebben weggeretoucheerd
	toekomend		weggeretoucheerd zullen hebben			weggeretoucheerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	wegretoucherend		weggeretoucheerd			ev. retoucheer weg	mv. verouderd retoucheert weg	retouchere weg (bijzin) wegretouchere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	retoucheer weg	retoucheert weg	retoucheert weg	retoucheert weg	retoucheert weg	retoucheren weg	retoucheren weg	retoucheren weg
verleden (o.v.t.)	retoucheerde weg	retoucheerde weg	retoucheerde weg	retoucheerde weg	retoucheerde weg	retoucheerden weg	retoucheerden weg	retoucheerden weg
toekomend (o.t.t.t.)	zal wegretoucheren	zult/zal wegretoucheren	zult/zal wegretoucheren	zult wegretoucheren	zal wegretoucheren	zullen wegretoucheren	zullen wegretoucheren	zullen wegretoucheren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou wegretoucheren	zou wegretoucheren	zou(dt) wegretoucheren	zoudt wegretoucheren	zou wegretoucheren	zouden wegretoucheren	zouden wegretoucheren	zouden wegretoucheren
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	wegretoucheer	wegretoucheert	wegretoucheert	wegretoucheert	wegretoucheert	wegretoucheren	wegretoucheren	wegretoucheren
verleden (o.v.t.)	wegretoucheerde	wegretoucheerde	wegretoucheerde	wegretoucheerde	wegretoucheerde	wegretoucheerden	wegretoucheerden	wegretoucheerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal wegretoucheren weg zal retoucheren	zult/zal wegretoucheren weg zult/zal retoucheren	zult/zal wegretoucheren weg zult/zal retoucheren	zult wegretoucheren weg zult retoucheren	zal wegretoucheren weg zal retoucheren	zullen wegretoucheren weg zullen retoucheren	zullen wegretoucheren weg zullen retoucheren	zullen wegretoucheren weg zullen retoucheren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou wegretoucheren weg zou retoucheren	zou wegretoucheren weg zou retoucheren	zou(dt) wegretoucheren weg zou(dt) retoucheren	zoudt wegretoucheren weg zoudt retoucheren	zou wegretoucheren weg zou retoucheren	zouden wegretoucheren weg zouden retoucheren	zouden wegretoucheren weg zouden retoucheren	zouden wegretoucheren weg zouden retoucheren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb weggeretoucheerd	hebt weggeretoucheerd	hebt/heeft weggeretoucheerd	hebt weggeretoucheerd	heeft weggeretoucheerd	hebben weggeretoucheerd	hebben weggeretoucheerd	hebben weggeretoucheerd
verleden (v.v.t.)	had weggeretoucheerd	had weggeretoucheerd	had weggeretoucheerd	hadt weggeretoucheerd	had weggeretoucheerd	hadden weggeretoucheerd	hadden weggeretoucheerd	hadden weggeretoucheerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal weggeretoucheerd hebben	zal/zult weggeretoucheerd hebben	zult/zal weggeretoucheerd hebben	zult weggeretoucheerd hebben	zal weggeretoucheerd hebben	zullen weggeretoucheerd hebben	zullen weggeretoucheerd hebben	zullen weggeretoucheerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou weggeretoucheerd hebben	zou weggeretoucheerd hebben	zou/zoudt weggeretoucheerd hebben	zoudt weggeretoucheerd hebben	zou weggeretoucheerd hebben	zouden weggeretoucheerd hebben	zouden weggeretoucheerd hebben	zouden weggeretoucheerd hebben