weekdag
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- week·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van week en dag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weekdag | weekdagen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
weekdag m
- (tijdrekening) een doordeweekse dag en kan betreffen maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag
- Op een weekdag moet ik werken.
Antoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord weekdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weekdag' herkend door
94 % | van de Nederlanders |
100 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.