wasstel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- was·stel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wasstel | wasstellen |
verkleinwoord | wasstelletje | wasstelletjes |
Zelfstandig naamwoord
wasstel o
- (huishouden) (geschiedenis) bij elkaar horende verzameling voorwerpen met behulp waarvan mensen zich konden wassen in de tijd dat stromend water niet algemeen gangbaar was
Het ging vaak om een waskom, een lampetkan, een zeepbakje, maar ook bakjes voor kammen en borstels of een los bidet konden tot een wasstel behoren; het werd vaak gemaakt van keramiek of (geëmailleerd) metaal.
Schrijfwijzen
- waschstel (officiële spelling tot 1935/46)
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord wasstel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "wasstel" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Insingel, M."Getrouwd" in: De Gids. jrg. 152 nr. 10 (oktober 1989) Meulenhoff Nederland, Amsterdam; p. 811; geraadpleegd 2019-08-14
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Huishouden in het Nederlands
- Geschiedenis in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 74 %
- Prevalentie Vlaanderen 64 %