vulling
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vul·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van vullen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vulling | vullingen |
verkleinwoord | vullinkje | vullinkjes |
Zelfstandig naamwoord
vulling v
- het materiaal waarmee iets opgevuld is
- Deze soes heeft een vulling van room met geprakte aardbeien.
Hyponiemen
- amalgaamvulling, bladvulling, drukvulling, maagvulling, puivulling, schoudervulling, tandvulling, voegvulling, opvulmateriaal
Vertalingen
het materiaal waarmee iets opgevuld is
Gangbaarheid
- Het woord vulling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vulling" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Veluws
Zelfstandig naamwoord
vulling
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Veluws
- Zelfstandig naamwoord in het Veluws