vullen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vul·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vullen |
vulde |
gevuld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vullen
- overgankelijk vol maken
- Kun jij die prullenbak even vullen met dat papier daar?
- opvullen.
- Jij kan je tijd hier wel vullen.
Hyponiemen
- aanvullen, bijvullen, invullen, navullen, opvullen, overvullen, uitvullen, vakkenvullen, vervullen, zakkenvullen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. vol maken
Gangbaarheid
- Het woord vullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vullen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %