Naar inhoud springen

vergulden

Uit WikiWoordenboek
  • ver·gul·den
  • afgeleid van goud met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vergulden
verguldde
verguld
zwak -d volledig

vergulden

  1. overgankelijk een voorwerp bedekken met een dun laagje goud
    • De lijst van het miniatuur was verguld. 
  • De pil vergulden
Iets vervelends op zo vriendelijk mogelijke manier zeggen
97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]