verkoperen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verkoperen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·ko·pe·ren

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van koper met het voorvoegsel ver-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verkoperen	verkoperde	verkoperd
zwak -d	volledig

Werkwoord

verkoperen

1. overgankelijk een voorwerp bedekken met een dun laagje koper

   • Hij had het hele frame van zijn fiets verkoperd. 

Verwante begrippen

• vergulden, verzilveren, verchromen, vernikkelen, vertinnen, verzinken, verbronzen

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord verkoperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.