vectoriseren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van vectoriseren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		vectoriseren			te vectoriseren
	toekomend		zullen vectoriseren			te zullen vectoriseren
voltooid	tegenwoordig		hebben gevectoriseerd			te hebben gevectoriseerd
	toekomend		gevectoriseerd zullen hebben			gevectoriseerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	vectoriserend		gevectoriseerd			ev. vectoriseer	mv. verouderd vectoriseert	vectorisere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	vectoriseer	vectoriseert	vectoriseert	vectoriseert	vectoriseert	vectoriseren	vectoriseren	vectoriseren
verleden (o.v.t.)	vectoriseerde	vectoriseerde	vectoriseerde	vectoriseerde	vectoriseerde	vectoriseerden	vectoriseerden	vectoriseerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal vectoriseren	zult/zal vectoriseren	zult/zal vectoriseren	zult vectoriseren	zal vectoriseren	zullen vectoriseren	zullen vectoriseren	zullen vectoriseren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou vectoriseren	zou vectoriseren	zou(dt) vectoriseren	zoudt vectoriseren	zou vectoriseren	zouden vectoriseren	zouden vectoriseren	zouden vectoriseren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gevectoriseerd	hebt gevectoriseerd	hebt/heeft gevectoriseerd	hebt gevectoriseerd	heeft gevectoriseerd	hebben gevectoriseerd	hebben gevectoriseerd	hebben gevectoriseerd
verleden (v.v.t.)	had gevectoriseerd	had gevectoriseerd	had gevectoriseerd	hadt gevectoriseerd	had gevectoriseerd	hadden gevectoriseerd	hadden gevectoriseerd	hadden gevectoriseerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gevectoriseerd hebben	zal/zult gevectoriseerd hebben	zult/zal gevectoriseerd hebben	zult gevectoriseerd hebben	zal gevectoriseerd hebben	zullen gevectoriseerd hebben	zullen gevectoriseerd hebben	zullen gevectoriseerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gevectoriseerd hebben	zou gevectoriseerd hebben	zou/zoudt gevectoriseerd hebben	zoudt gevectoriseerd hebben	zou gevectoriseerd hebben	zouden gevectoriseerd hebben	zouden gevectoriseerd hebben	zouden gevectoriseerd hebben