tikken
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tik·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kloppen’ voor het eerst aangetroffen in 1622 [1]
- klanknabootsing [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tikken |
tikte |
getikt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
tikken
- overgankelijk een of meer keren een niet harde slag of klap geven
- Hou toch eens op met tikken!
- het regelmatige, korte maar energieke geluid van zo'n slag of klap
- Het tikken van de wekker houdt me uit mijn slaap.
- overgankelijk typen
- Kun jij die brief even tikken?
Afgeleide begrippen
- [1],[2] tikkelen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- tikfout, tikgeit, tikkenhaan, tikkenteller, tikker, tikmachine, tiksnelheid, tiktak, tiktakken, tikwerk
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: iemand op de vingers tikken
iemand berispen
- [2]: zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
oost west, thuis best
Vertalingen
1. een of meer keren een niet harde slag of klap geven
2. het regelmatige, korte maar energieke geluid van zo'n slag of klap
3. typen
Vertalingen
iemand op de vingers tikken
Zelfstandig naamwoord
tikken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tik
Gangbaarheid
- Het woord tikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "tikken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "tikken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tikken op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Klanknabootsing in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %