strijker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • strij·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strijker strijkers
verkleinwoord strijkertje strijkertjes

Zelfstandig naamwoord

de strijkerm

  1. (muziek), (beroep) iemand die (beroepsmatig) een strijkinstrument bespeelt
    • De strijker speelt een virtuoze solo. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be