bassist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bas·sist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bassist | bassisten |
verkleinwoord | bassistje | bassistjes |
Zelfstandig naamwoord
de bassist m
Antoniemen
- [1] violist
- [2] countertenor, falset
Hyperoniemen
- [1,2] musicus
Verwante begrippen
Vertalingen
1. contrabasspeler
Gangbaarheid
- Het woord bassist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bassist" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
enkelvoud | meervoud |
---|---|
bassist | bassists |
Zelfstandig naamwoord
bassist
Synoniemen
- [1] double bassist
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ist in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 7
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Muziek in het Engels
- Beroep in het Engels