straattaal
Niet te verwarren met: substraattaal, superstraattaal |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: straattaal (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstratal / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- straat·taal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van straat zn en taal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | straattaal | straattalen |
verkleinwoord | straattaaltje | straattaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (taalkunde) informele, soms ruwe taal met veel invloed uit talen van immigranten, gesproken door groepen die vooral in de openbare ruimte actief zijn als jongeren, zwervers en boeven
- Amsterdam is de oorsprong van veel van de straattaal van nu.
- (bij uitbreiding) mengtaal die op deze manier ontstaat
Verwante begrippen
- argot, Bargoens, contacttaal, dieventaal, etnolect, jongerentaal, mengtaal, schuttingtaal, slang, sociolect
Vertalingen
1. informele, soms ruwe taal met veel invloed uit talen van immigranten, gesproken door groepen die vooral in de openbare ruimte actief zijn
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord straattaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal