schuttingtaal

Uit WikiWoordenboek
Italiaanse homofobe schuttingtaal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schut·ting·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schuttingtaal -
verkleinwoord schuttingtaaltje schuttingtaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de schuttingtaalv / m

  1. onbehoorlijk taalgebruik zoals men die wel op schuttingen of muren gekalkt ziet
    • Dat boek staat vol met schuttingtaal en is dus niet geschikt voor jonge kinderen. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be