stofregenen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van stofregenen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | stofregenen | te stofregenen | ||||||
toekomend | zullen stofregenen | te zullen stofregenen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gestofregend | te hebben gestofregend | ||||||
toekomend | gestofregend zullen hebben | gestofregend te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
stofregenend | gestofregend | ev. stofregen |
mv. verouderd stofregent |
stofregene | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | stofregen | stofregent | stofregent | stofregent | stofregent | stofregenen | stofregenen | stofregenen | |
verleden (o.v.t.) | stofregende | stofregende | stofregende | stofregende | stofregende | stofregenden | stofregenden | stofregenden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal stofregenen | zult/zal stofregenen | zult/zal stofregenen | zult stofregenen | zal stofregenen | zullen stofregenen | zullen stofregenen | zullen stofregenen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou stofregenen | zou stofregenen | zou(dt) stofregenen | zoudt stofregenen | zou stofregenen | zouden stofregenen | zouden stofregenen | zouden stofregenen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gestofregend | hebt gestofregend | hebt/heeft gestofregend | hebt gestofregend | heeft gestofregend | hebben gestofregend | hebben gestofregend | hebben gestofregend | |
verleden (v.v.t.) | had gestofregend | had gestofregend | had gestofregend | hadt gestofregend | had gestofregend | hadden gestofregend | hadden gestofregend | hadden gestofregend | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gestofregend hebben | zal/zult gestofregend hebben | zult/zal gestofregend hebben | zult gestofregend hebben | zal gestofregend hebben | zullen gestofregend hebben | zullen gestofregend hebben | zullen gestofregend hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gestofregend hebben | zou gestofregend hebben | zou/zoudt gestofregend hebben | zoudt gestofregend hebben | zou gestofregend hebben | zouden gestofregend hebben | zouden gestofregend hebben | zouden gestofregend hebben |