Naar inhoud springen

spočívat

Uit WikiWoordenboek
  • IPA: /spɔtʃiːvat/
  • spo·čí·vat

spočívat imperfectief  

  1. rusten, liggen
    «Jedna jeho ruka spočívala na volantu.»
    Eén van zijn armen rustte op het stuur.
  2. baseren, berusten
    «Některé vaše závěry spočívají na pouhé hypotéze.»
    Enkele van uw conclusies zijn louter op de hypothese gebaseerd.
  3. bestaan uit
    «Možná právě v tomhle spočívá největší rozdíl mezi Ruskem a Spojenými státy.»
    Mogelijk bestaat daarin juist het grootste verschil tussen Rusland en de Verenigde Staten.
  1. ležet imperfectief, opírat se
  2. zakládat se
  3. záležet imperfectief, týkat se, tkvět