tweede persoon

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tweede persoon    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈtwedəpɛrˌson / (4 lettergrepen)

Woordherkomst en -opbouw

• vaste verbinding van tweede (rangtelwoord) en persoon (zelfstandig naamwoord)

Zelfstandig naamwoord

tweede persoon

1. (grammatica) term die de toegesproken persoon of personen aanduidt
   1. persoonlijk voornaamwoord gebruikt voor toegesproken persoon of personen
   2. bij een werkwoord vorm met de toegesproken persoon of personen als onderwerp

Verwante begrippen

• eerste persoon
• derde persoon

Vertalingen

    1.   

Engels: second person (en) Japans: Kanji: 二人称 (ja) Hiragana: ににんしょう (ja) Romaji: nininshou (ja)

Pools: pierwsza osoba (pl) v Zweeds: andra person (sv) g

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.