slaapbeen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slaap·been
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slaap en been
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaapbeen | slaapbeenderen slaapbenen |
verkleinwoord | slaapbeentje | slaapbeentjes |
Zelfstandig naamwoord
het slaapbeen o
- (anatomie) één van de beenderen van de schedel
- Het slaapbeen was ernstig beschadigd.
Vertalingen
1. één van de beenderen van de schedel
Gangbaarheid
- Het woord slaapbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "slaapbeen" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 86 %
- Prevalentie Vlaanderen 76 %