Naar inhoud springen

bovenkaak

Uit WikiWoordenboek
  • bo·ven·kaak
enkelvoud meervoud
naamwoord bovenkaak bovenkaken
verkleinwoord bovenkaakje bovenkaakjes

de bovenkaakv / m

  1. (anatomie) een van de beenderen van de schedel
    • Kunt u mij de bovenkaak aanwijzen? 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be