seksen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van seksen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		seksen			te seksen
	toekomend		zullen seksen			te zullen seksen
voltooid	tegenwoordig		hebben gesekst			te hebben gesekst
	toekomend		gesekst zullen hebben			gesekst te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	seksend		gesekst			ev. seks	mv. verouderd sekst	sekse
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	seks	sekst	sekst	sekst	sekst	seksen	seksen	seksen
verleden (o.v.t.)	sekste	sekste	sekste	sekste	sekste	seksten	seksten	seksten
toekomend (o.t.t.t.)	zal seksen	zult/zal seksen	zult/zal seksen	zult seksen	zal seksen	zullen seksen	zullen seksen	zullen seksen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou seksen	zou seksen	zou(dt) seksen	zoudt seksen	zou seksen	zouden seksen	zouden seksen	zouden seksen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gesekst	hebt gesekst	hebt/heeft gesekst	hebt gesekst	heeft gesekst	hebben gesekst	hebben gesekst	hebben gesekst
verleden (v.v.t.)	had gesekst	had gesekst	had gesekst	hadt gesekst	had gesekst	hadden gesekst	hadden gesekst	hadden gesekst
toekomend (v.t.t.t.)	zal gesekst hebben	zal/zult gesekst hebben	zult/zal gesekst hebben	zult gesekst hebben	zal gesekst hebben	zullen gesekst hebben	zullen gesekst hebben	zullen gesekst hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gesekst hebben	zou gesekst hebben	zou/zoudt gesekst hebben	zoudt gesekst hebben	zou gesekst hebben	zouden gesekst hebben	zouden gesekst hebben	zouden gesekst hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gesekst worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gesekst				er is gesekst
verleden	er werd gesekst				er was gesekst
toekomend	er zal gesekst worden				er zal gesekst zijn
voorwaardelijk	er zou gesekst worden				er zou gesekst zijn