Naar inhoud springen

schránka

Uit WikiWoordenboek
  • IPA: /sxraːŋka/
  • schrán·ka

schránka v

  1. bus; een hard uitgehold voorwerp bestemd voor het bewaren van andere voorwerpen
  2. (biologie) schelp; een uit kalk (calciet en/of aragoniet) en andere mineralen bestaand, gewoonlijk uitwendig skelet, dat door een weekdier wordt aangemaakt


  • IPA: /sxraːŋka/
  • schrán·ka
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord schrána met het achtervoegsel -ka

schránka v

  1. bus, doos; een hard uitgehold voorwerp bestemd voor het bewaren van andere voorwerpen
  2. (biologie) schelp; een uit kalk (calciet en/of aragoniet) en andere mineralen bestaand, gewoonlijk uitwendig skelet, dat door een weekdier wordt aangemaakt
    «Konchologie se zabývá schránkami měkkýšů.»
    Conchologie houdt zich bezich met de schelpen van weekdieren.
  3. (informatica) clipboard; een deel van het computergeheugen en functie in het besturingssysteem, die wordt gebruikt voor tijdelijke opslag zodat men door kopiëren en plakken informatie tussen verschillende programma's kan overbrengen
  1. pouzdro o, schrána v, etuje, (spreektaal) futrál m, krabice v, skřínka v, sejf, krabička v, balíček monbezield
  1. obal monbezield