scheet
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scheet
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wind’ voor het eerst aangetroffen in 1440 [1]
- Naamwoord van handeling van schijten.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheet | scheten |
verkleinwoord | scheetje | scheetjes |
Zelfstandig naamwoord
scheet m
- gasontlading uit de darm
- Zeg, heb jij soms een scheet gelaten?
- ▸ De gesprekken met deze dames waren diepgaander, maar voor de rest vloekten ze evenveel als de gemiddelde man, lieten ze evenveel scheten, rookten ze evenveel wiet en liepen ze even hard.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. gasontlading uit de darm
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schijten |
scheet
- enkelvoud verleden tijd van schijten
- Ik scheet.
- Jij scheet.
- Hij, zij, het scheet.
- Ik scheet.
Gangbaarheid
- Het woord scheet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "scheet" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "scheet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %