roller
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rol·ler
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van rollen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roller | rollers |
verkleinwoord | rollertje | rollertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (huishouden) voorwerp waarmee men kan rollen (bijv. een verfroller)
- (huishouden) krulspeld, haarroller
- (scheepvaart) zware golf
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- rollerbank, rollercoaster, rollerdisco, rollerketting, rollerpiste, rollerskate, rollerskaten, rollerskater
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord roller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "roller" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Huishouden in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %