rollerskate
Uiterlijk
- Geluid: rollerskate (hulp, bestand)
- rol·ler·skate
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘rolschaats’ voor het eerst aangetroffen in 1992 [1]
- uit het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rollerskate | rollerskates |
verkleinwoord |
de rollerskate m
- (sport) rolschaats met 4 wieltjes, 2 assen en een vaste schoen
- Op de Spelen van 2020 is er nog plaats voor één sport. Er zijn acht kandidaten. Naast worstelen zijn dat squash, bergbeklimmen, karate, wushu, baseball/softball, wakeboarden en rollerskaten. [3]
- Marco Gerris van de rollerskategroep ISH theatraliseert op bijzondere sympathieke manier de circuskunsten van een groep kinderen, geïnspireert op Im Dickicht der Städte van Brecht [4]
1.(sport) rolschaats met 4 wieltjes, 2 assen en een vaste schoen
- Het woord rollerskate staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rollerskate" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "rollerskate" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ rollerskate op website: Etymologiebank.nl
- ↑ de Standaard 08/maart/2013 jvh
- ↑ Volkskrant Bart Deuss 30 april 2002
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be