replyen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van replyen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		replyen			te replyen
	toekomend		zullen replyen			te zullen replyen
voltooid	tegenwoordig		gereplyd			te gereplyd
	toekomend		gereplyd zullen			gereplyd te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	replyend		gereplyd			ev. reply	mv. verouderd replyt	replye
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	reply	replyt	replyt	replyt	replyt	replyen	replyen	replyen
verleden (o.v.t.)	replyde	replyde	replyde	replyde	replyde	replyden	replyden	replyden
toekomend (o.t.t.t.)	zal replyen	zult/zal replyen	zult/zal replyen	zult replyen	zal replyen	zullen replyen	zullen replyen	zullen replyen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou replyen	zou replyen	zou(dt) replyen	zoudt replyen	zou replyen	zouden replyen	zouden replyen	zouden replyen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij