Naar inhoud springen

radicaal

Uit WikiWoordenboek
  • ra·di·caal
enkelvoud meervoud
naamwoord radicaal radicalen
verkleinwoord radicaaltje radicaaltjes

deradicaalm

  1. iemand die de uiterste consequenties van een zienswijze aanvaardt
  2. aanhanger van een politieke partij of beweging die zeer ingrijpende hervormingen beoogt
  3. (scheikunde) een molecuul of atoom dat al dan niet geladen kan zijn, maar dat een ongepaard elektron heeft

hetradicaalo

  1. bewijs van een aanspraak op een bepaald voorrecht, op het uitoefenen van een bepaalde functie enz
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen radicaalradicalerradicaalst
verbogen radicaleradicalereradicaalste
partitief radicaalsradicalers-

radicaal

  1. diep ingrijpend
    • Het bestaan van het absolute of radicale Kwaad openbaarde zich aan Arendt in het najaar 1943 toen haar de eerste berichten bereikten over het bestaan van een nieuw soort kampen in Midden-Europa 
  2. strevend naar diep ingrijpende hervormingen
  3. (taalkunde) uit wortels bestaande

radicaal

  1. diep ingrijpend
     Om echt locatie-onafhankelijk mijn geld te kunnen verdienen zou ik een radicaal ander businessmodel moeten zoeken.[3]

radicaal

  1. diep ingrijpend, met wortel en tak
    • Als we iets radicaal uitroeien, dan doen we dat met wortel en tak 
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]