prach
Uiterlijk
- prach
vervoeging van |
---|
prachen |
prach
- IPA: /prax/
- prach
- Afgeleid van het Proto-Slavische *porxъ
prach m
- stof; heel kleine deeltjes
- prach
- Afgeleid van het Proto-Slavische *porxъ
- stof; heel kleine deeltjes
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | prach | prachy |
genitief | prachu | prachů |
datief | prachu | prachům |
accusatief | prach | prachy |
vocatief | prachu | prachy |
locatief | prachu | prachách |
instrumentalis | prachem | prachy |
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woorden in het Slowaaks
- Woorden in het Slowaaks met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch