prachen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pra·chen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
prachen
prachte
gepracht
zwak -t volledig

Werkwoord

prachen

  1. inergatief (verouderd) nadrukkelijk laten merken dat je jezelf beter of belangrijker vindt dan anderen
    • Maar de mensen
      die slechts wensen
      om op de achtergrond te staan,
      daarvandaan het spel te kijken,
      nooit met goud of kroon te prijken,
      stil slechts van 't toneel te gaan-

      deze braven
      zijn geen slaven
      van een woest en dom gemeen;
      geen van hen zal trotslijk prachen,
      't volk mag om hun plunje lachen:
      zij gaan stil en vreedzaam heen.
       [10]
  2. overgankelijk (verouderd) op een onderdanige, dringende manier om iets vragen
    • 't Is een deun naer d'oude wijs,
      Op het outste feest gezongen,
      Uit een simple onnozelheit,
      Van natuur hier toe gedrongen,
      Daerze zonder onderscheit,
      Zoenen, wederzoentjes prachen.
       [11]
Vaste voorzetsels
  • [1] prachen op
  • [1] prachen met
  • [2] prachen om
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

6 % van de Nederlanders;
10 % van de Vlamingen.[12]

Verwijzingen

  1. prachen op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. (Duits) "prachen" in:
    Grimm, J. & W. Grimm e.a.
    Deutsches Wörterbuch (1854-1954) op website Universität Trier: woerterbuchnetz.de
    ; deel 13 kolom 2041; geraadpleegd 2019-08-27
  4. (Duits) "prach" in:
    Grimm, J. & W. Grimm e.a.
    Deutsches Wörterbuch (1854-1954) op website Universität Trier: woerterbuchnetz.de
    ; deel 13 kolom 2041; geraadpleegd 2019-08-27
  5. (Engels) "brag" in The Cabinet dictionary of the English language (1871) William Collins, London / Glasgow p. 70 kol. 1; geraadpleegd 2019-08-27
  6. (Duits) "prachen" in:
    Grimm, J. & W. Grimm e.a.
    Deutsches Wörterbuch (1854-1954) op website Universität Trier: woerterbuchnetz.de
    ; deel 13 kolom 2041; geraadpleegd 2019-08-27
  7. (Duits) "prachern" in:
    Grimm, J. & W. Grimm e.a.
    Deutsches Wörterbuch (1854-1954) op website Universität Trier: woerterbuchnetz.de
    ; deel 13 kolom 2042; geraadpleegd 2019-08-27
  8. (Duits) "prachern" in: Digitale Wörterbuch der deutschen Sprache op website: dwds.de; geraadpleegd 2019-08-27
  9. (Duits)
    Wolf-Beranek, H.
    "Rings um den Korb im Sudetenland. Eine kultur-, wirtschafts- und sprachgeschichtliche Untersuchung" in: Bohemia - Zeitschrift für Geschichte und Kultur der böhmischen Länder jrg. 16 nr. 1 (1975)
    ; p. 300-305; geraadpleegd 2019-08-27
  10. Klijn, B.
    "Onze wensen" (1811) in:
    Krol, E.
    Huiselijke poëzie. (1999) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam
    ; ISBN 90 214 0592X; p. 10; geraadpleegd 2019-08-27
  11. Vondel, J. van den (eds. Sterck, J.W.H. e.a.)
    "Ter bruilofte van den heere Cornelis Backer, Raet en schepen; en Mejoffer Katharina Raye." (1660) in: De werken van Vondel. Negende deel 1660-1663. (1936) De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam
    ; p. 242 r. 78-83; geraadpleegd 2019-08-27
  12. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be