prachen
Uiterlijk
- pra·chen
- van Duits prachen [1][2]
- [1] in de betekenis "opscheppen, pralen, pronken" die teruggaat op Middelhoogduits praht en Oudhoogduits braht "lawaai, ophef", cognaat met pracht en Engels brag ww [3][4][5]
- [2] in de betekenis "bedelen, smeken" die teruggaat Nedersaksisch prachern, verdere herkomst onzeker: misschien Slavisch (bijvoorbeeld Oekraïens прохати (prochaty) "verzoeken" of van Latijn precari ww "bedelen" [6][7][8][9]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
prachen |
prachte |
gepracht |
zwak -t | volledig |
prachen
- inergatief (verouderd) nadrukkelijk laten merken dat je jezelf beter of belangrijker vindt dan anderen
- Maar de mensen
die slechts wensen
om op de achtergrond te staan,
daarvandaan het spel te kijken,
nooit met goud of kroon te prijken,
stil slechts van 't toneel te gaan-
deze braven
zijn geen slaven
van een woest en dom gemeen;
geen van hen zal trotslijk prachen,
't volk mag om hun plunje lachen:
zij gaan stil en vreedzaam heen. [10]
- Maar de mensen
- overgankelijk (verouderd) op een onderdanige, dringende manier om iets vragen
- [1] prachen op
- [1] prachen met
- [2] prachen om
- [1], [2] prach
- [1], [2] geprach
- [1], [2] pracher
- [1], [2] prachster
- [1] prachhans
- [2] afprachen
- [2] ontprachen
- [2] prachachtig
- [2] pracherij
- [2] prachelen
- [2] pracheren
- Het woord 'prachen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prachen" herkend door:
6 % | van de Nederlanders; |
10 % | van de Vlamingen.[12] |
- ↑ prachen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ (Duits) "prachen" in: Grimm, J. & W. Grimm e.a.Deutsches Wörterbuch (1854-1954) op website Universität Trier: woerterbuchnetz.de; deel 13 kolom 2041; geraadpleegd 2019-08-27
- ↑ (Duits) "prach" in: Grimm, J. & W. Grimm e.a.Deutsches Wörterbuch (1854-1954) op website Universität Trier: woerterbuchnetz.de; deel 13 kolom 2041; geraadpleegd 2019-08-27
- ↑ (Engels) "brag" in The Cabinet dictionary of the English language (1871) William Collins, London / Glasgow p. 70 kol. 1; geraadpleegd 2019-08-27
- ↑ (Duits) "prachen" in: Grimm, J. & W. Grimm e.a.Deutsches Wörterbuch (1854-1954) op website Universität Trier: woerterbuchnetz.de; deel 13 kolom 2041; geraadpleegd 2019-08-27
- ↑ (Duits) "prachern" in: Grimm, J. & W. Grimm e.a.Deutsches Wörterbuch (1854-1954) op website Universität Trier: woerterbuchnetz.de; deel 13 kolom 2042; geraadpleegd 2019-08-27
- ↑ (Duits) "prachern" in: Digitale Wörterbuch der deutschen Sprache op website: dwds.de; geraadpleegd 2019-08-27
- ↑ (Duits) Wolf-Beranek, H."Rings um den Korb im Sudetenland. Eine kultur-, wirtschafts- und sprachgeschichtliche Untersuchung" in: Bohemia - Zeitschrift für Geschichte und Kultur der böhmischen Länder jrg. 16 nr. 1 (1975); p. 300-305; geraadpleegd 2019-08-27
- ↑ Klijn, B."Onze wensen" (1811) in:Krol, E.Huiselijke poëzie. (1999) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam; ISBN 90 214 0592X; p. 10; geraadpleegd 2019-08-27
- ↑ Vondel, J. van den (eds. Sterck, J.W.H. e.a.)"Ter bruilofte van den heere Cornelis Backer, Raet en schepen; en Mejoffer Katharina Raye." (1660) in: De werken van Vondel. Negende deel 1660-1663. (1936) De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam; p. 242 r. 78-83; geraadpleegd 2019-08-27
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 6 %
- Prevalentie Vlaanderen 10 %