pose
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·se
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘houding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1837 [1]
- [1],[2] van Frans pose zn [2][3]
- [3] variant van poser zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pose | poses posen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
pose v
- bewust gekozen stand van het lichaam
- Mirjam stond in dezelfde pose als het van neon vervaardigde meisje aan de gevel. [4]
- Het vertrouwen in stilzitten en zich voordoen als een ding is wijd verbreid onder insekten, maar niet universeel, zoals ik laatst zag aan twee torretjes die 's avonds bij een lantaren het trottoir overstaken. Toen ik mij over ze heen boog en een vinger naar ze uitstak, marcheerde de een snel verder en ging aan de rand van een perk half onder een blad zitten; de ander hield dadelijk stil, en bleef consequent in zijn pose als ding ook wanneer ik tegen hem duwde. [5]
- (figuurlijk) manier waarop iemand zich voordoet
- (Jiddisch-Hebreeuws) munt van weinig waarde
Synoniemen
Verwante begrippen
- [1],[2] poseren
Anagrammen
Uitdrukkingen en gezegden
- geen pose hebbengeen geld hebben, blut zijn
Gangbaarheid
- Het woord pose staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "pose" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[8] |
Verwijzingen
- ↑ "pose" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ pose op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Bernlef, J."Het doel van de reis" in: Hollands Maandblad. 228 jrg. 8 nr. 3 (augustus/september 1966) Stichting Hollands Weekblad, Den Haag; p. 38; geraadpleegd 2018-06-26
- ↑ Peereboom, J.J."Journaal" in: Hollands Weekblad. 54 jrg. 2 nr. 2 (1960) Stichting Hollands Weekblad / Boucher, Den Haag; p. 15; geraadpleegd 2018-06-26
- ↑ Veen, T. deEen pose aannemen uit lijfsbehoud (9 november 2017) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-06-26
- ↑ Besten, A. denStroomgebied. Een inleiding tot de poëzie van de naoorlogse dichtersgeneratie. (1954) Uitgeversmaatschappij Holland, Amsterdam; p. 215; geraadpleegd 2018-06-26
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
pose | la pose | poses | les poses |
Zelfstandig naamwoord
pose v
Overerving en ontlening
Werkwoord
vervoeging van |
---|
poser |
pose
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van poser
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van poser
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van poser
Anagrammen
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
posar |
pose
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van posar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van posar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van posar
Anagrammen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Werkwoordsvorm in het Frans
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 4
- Werkwoordsvorm in het Spaans