piepen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pie·pen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘hoog geluid geven’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
- klanknabootsing, in sommige betekenissen mogelijk ook verwant aan pijpen ww "een blaasinstrument bespelen" [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
piepen |
piepte |
gepiept |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
piepen
- een hoog geluid voortbrengen dat niet erg hard klinkt
- (dierengeluid) het geluid van een muisje
- het geluid van de vogeltjes
- het geluid van een hijgende adem
- het fijn schril geluid van een krakende scharnier
- onverwacht korte tijd tevoorschijn komen (al dan niet gepaard gaand met een piepgeluid)
- stiekem, snel of oppervlakkig naar iets kijken
Opmerkingen
- De betekenis "naar iets kijken" is vooral in Vlaanderen gangbaar.
Vertalingen
1.4 het fijn schril geluid van een krakende scharnier
3. stiekem, snel of oppervlakkig naar iets kijken
Zelfstandig naamwoord
piepen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord piep
Gangbaarheid
- Het woord piepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "piepen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "piepen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Klanknabootsing in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Dierengeluid in het Nederlands
- Zelfstandig-naamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %