admiraal
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ad·mi·raal
Woordherkomst en -opbouw
- via Frans amiral van Arabisch أَمِير اَلبَحْر (amīr al-baḥr), in de betekenis van ‘opperbevelhebber van oorlogsvloot’ voor het eerst aangetroffen in 1492 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | admiraal | admiraals admiralen |
verkleinwoord | admiraaltje | admiraaltjes |
Zelfstandig naamwoord
admiraal m
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- admiraal-generaal, admiraalschap, admiraalsschip, admiraalsvlag, admiraalvlinder, admiraalzeilen, admiraliteit
Verwante begrippen
termen uit de marine:
Vertalingen
1. opperbevelhebber van een oorlogsvloot
Gangbaarheid
- Het woord admiraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "admiraal" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ admiraal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "admiraal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %