pets
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pets | petsen |
verkleinwoord | petsje | petsjes |
Zelfstandig naamwoord
- harde klap die men met de blote, platte hand geeft
- De dronken man stond in een volle Parijse bus tegen een 21-jarige vrouw aangedrukt. Plots gaf hij haar een pets op de billen. De vrouw reageerde, maar kreeg vervolgens enkele beledigingen naar het hoofd geslingerd: ,,Je hebt grote borsten, vuile hoer”, riep de man haar toe. [4]
- hard geluid dat men hoort als iets valt
- Een man met afzakkende broek laat z’n Hema-worst uit het zakje glippen; met een pets belandt hij (de worst) op de tegels van de stationshal. De man aarzelt: oprapen? Doorlopen? De worst blijft liggen, eenzaam en verlaten. [5]
Synoniemen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
petsen |
pets
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van petsen
- Ik pets.
- gebiedende wijs van petsen
- Pets!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van petsen
- Pets je?
Gangbaarheid
- Het woord pets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "pets" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ "pets" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pets op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 26-09-18 Parijzenaar krijgt drie maanden cel nadat hij vrouw in bus op haar billen sloeg
- ↑ Tubantia Egbert Jan Riethof> 14-10-18 Zo’n 450 uur per jaar brengt Egbert Jan door op stations
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be