peel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- peel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘drassig veenland’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1108 [1]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pelen |
peel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pelen
- Ik peel.
- gebiedende wijs van pelen
- Peel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pelen
- Peel je?
Gangbaarheid
- Het woord peel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "peel" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[2] |