ophalen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·ha·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en halen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ophalen |
haalde op |
opgehaald |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ophalen
- overgankelijk een voorwerp bij iets/iemand vandaan halen
- overgankelijk naar boven halen
- overgankelijk vergeten kennis of ervaringen weer bewust maken
- overgankelijk een hoger cijfer verwerven voor iets
- Hij heeft zijn wiskunde aardig opgehaald.
- overgankelijk een bestand van een computer of server naar een andere computer of server overbrengen
Synoniemen
- [2] optrekken
- [4] zich verbeteren
- [5] downloaden
Afgeleide begrippen
- [2] ophaalbrug
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- [2] de schouders ophalen
- [2] uit het water ophalen
- [2] de neus ophalen voor iets
- [3] zijn aardrijkskunde ophalen
- [3] herinneringen ophalen
Vertalingen
1. een voorwerp bij iets/iemand vandaan halen
5. een bestand van een computer of server naar een andere computer of server overbrengen
Gangbaarheid
- Het woord ophalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ophalen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %