ontwrichten
Uiterlijk
- Geluid: ontwrichten (hulp, bestand)
- ont·wrich·ten
- In de betekenis van ‘uit zijn verband rukken’ voor het eerst aangetroffen in 1765 [1]
- afgeleid van gewricht met het voorvoegsel ont- en met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontwrichten |
ontwrichtte |
ontwricht |
zwak -t | volledig |
ontwrichten [3]
- overgankelijk losmaken uit hun gewricht
- overgankelijk verhinderen dat iets zijn normale loop heeft
- De overwachte protestactie ontwrichtte het hele verkeer.
- Er woedt allang een hybride oorlog, met desinformatie en sabotage om democratieën te ontwrichten. Extreemrechtse politici worden omgekocht, bedrijven opgelicht, datingsites geïnfiltreerd door Russische spionnen.[4]
- [1] verrekken, verstuiken
- [2] omverhalen, ondersteboven keren
- Het woord ontwrichten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontwrichten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "ontwrichten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ontwrichten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ www.nrc.nl (1 mrt 2024)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ont- in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %