Naar inhoud springen

nedsatt

Uit WikiWoordenboek
  • ned·satt
Naar frequentie 26950

har nedsatt

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van nedsette

nedsatt

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van nedsette


  • ned·satt
  • Bijvoeglijk naamwoord: Afkomstig van het Zweedse werkwoord  nedsätta ww , voor het eerst aangetroffen [1] in 1633 en [2] in 1872
Naar frequentie 24335
stellend vergrotend overtreffend
nedsatt
mer nedsatt
mest nedsatt
A: nominatief stellend vergrotend overtreffend
onbepaald /
sterk		 g enkelvoud nedsatt mer nedsatt
(zelden: nedsatter)		 mest nedsatt
(nauwelijks: nedsattast)
o enkelvoud nedsatt
meervoud nedsatta
bepaald / zwak
alle vormen nedsatta mer nedsatt
(zelden: nedsatter)		 mest nedsatte
(nauwelijks: nedsattaste)
bep. enkelvoud bij een
mannelijke persoon of
een mannelijk dier ook:		 nedsatte
B: genitief stellend vergrotend overtreffend
onbepaald /
sterk		 g enkelvoud nedsatts mer nedsatts
(zelden: nedsatters)		 mest nedsatts
(nauwelijks: nedsattasts)
o enkelvoud nedsatts
meervoud nedsattas
bepaald / zwak
alle vormen nedsattas mer nedsatts
(zelden: nedsatters)		 mest nedsattes
(nauwelijks: nedsattastes)
bep. enkelvoud bij een
mannelijke persoon of
een mannelijk dier ook:		 nedsattes

nedsatt, g / o

  1. verergerd, verminderd, verslechterd (van belastbaarheid, gehoorvermogen, hoorvermogen, immuunsysteem, mobiliteit, , pijn, zichtvermogen)
    «Känselbortfall och nedsatt rörlighet ökar risken för liggsår.»
    Gevoelsverlies en verminderde mobiliteit verhogen het risico op doorligwonden.
  2. afgeprijsd, gereduceerd, teruggebracht (van een koopprijs of een straf)
    «Den va nedsatt till 50 % så det blev ett riktigt kap!»
    Het werd teruggebracht tot 50%, dus het werd een echt koopje!

har nedsatt

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van nedsätta

nedsatt

  1. voltooid (verleden) deelwoord supinum bedrijvende vorm van nedsätta
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=nedsatt&oldid=4496919"