meiner
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | ich | wir |
genitief | meiner | unser |
datief | mir | uns |
accusatief | mich | uns |
- mei·ner
meiner
- van mij (genitief van de eerste persoon enkelvoud)
- «Er erbarmt sich meiner.»
- Hij ontfermt zich over mij.
- «Er erbarmt sich meiner.»
- mei·ner
Naar frequentie | 73120 |
---|
meiner
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van meine
- mei·ner
meiner
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van meina
meiner
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van meine
Categorieën:
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 6
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Persoonlijk voornaamwoord in het Duits
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 6
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 6
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave