meerderheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meerderheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- meer·der·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meerderheid | meerderheden |
verkleinwoord | meerderheidje | meerderheidjes |
Zelfstandig naamwoord
meerderheid v
- een groep die binnen een groter geheel in aantal meer dan de helft uitmaakt
- De meerderheid van de ouderen heeft een vitamine D-tekort.
- superioriteit
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- meerderheidsaandeelhouder, meerderheidsbeginsel, meerderheidsbelang, meerderheidsbesluit, meerderheidscollege, meerderheidscultuur, meerderheidskabinet, meerderheidspakket, meerderheidsstelsel, meerderheidstaal
Afgeleide begrippen
In de meerderheid zijn
- Een overwinning behalen dankzij het overwicht in aantal.
Vertalingen
1. een groep die binnen een groter geheel in aantal meer dan de helft uitmaakt
2. superioriteit
Gangbaarheid
- Het woord meerderheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meerderheid" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be