letteren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van letteren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		letteren			te letteren
	toekomend		zullen letteren			te zullen letteren
voltooid	tegenwoordig		hebben geletterd			te hebben geletterd
	toekomend		geletterd zullen hebben			geletterd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	letterend		geletterd			ev. letter	mv. verouderd lettert	lettere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	letter	lettert	lettert	lettert	lettert	letteren	letteren	letteren
verleden (o.v.t.)	letterde	letterde	letterde	letterde	letterde	letterden	letterden	letterden
toekomend (o.t.t.t.)	zal letteren	zult/zal letteren	zult/zal letteren	zult letteren	zal letteren	zullen letteren	zullen letteren	zullen letteren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou letteren	zou letteren	zou(dt) letteren	zoudt letteren	zou letteren	zouden letteren	zouden letteren	zouden letteren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geletterd	hebt geletterd	hebt/heeft geletterd	hebt geletterd	heeft geletterd	hebben geletterd	hebben geletterd	hebben geletterd
verleden (v.v.t.)	had geletterd	had geletterd	had geletterd	hadt geletterd	had geletterd	hadden geletterd	hadden geletterd	hadden geletterd
toekomend (v.t.t.t.)	zal geletterd hebben	zal/zult geletterd hebben	zult/zal geletterd hebben	zult geletterd hebben	zal geletterd hebben	zullen geletterd hebben	zullen geletterd hebben	zullen geletterd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geletterd hebben	zou geletterd hebben	zou/zoudt geletterd hebben	zoudt geletterd hebben	zou geletterd hebben	zouden geletterd hebben	zouden geletterd hebben	zouden geletterd hebben