kostbaar
Uiterlijk
- kost·baar
- Naamwoord van handeling van kosten met het achtervoegsel -baar [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kostbaar | kostbaarder | kostbaarst |
verbogen | kostbare | kostbaardere | kostbaarste |
partitief | kostbaars | kostbaarders | - |
kostbaar
- duur, waardevol
- ▸ Toen Myra in handen viel van de Mohammedanen, brachten Italiaanse kooplieden in 1087 het kostbare gebeente van Nicolaas naar Bad in Apulië ( Zuid-Italië ).[2]
1.
- Het woord kostbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kostbaar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ kostbaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 10
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be