kos

Uit WikiWoordenboek

Bosnisch

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

kos

  1. (zangvogels) Turdus merula op Wikispecies merel

Meer informatie


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • kos
Naar frequentie 82613

Zelfstandig naamwoord

kos

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van ko


Kroatisch

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

kos

  1. (zangvogels) Turdus merula op Wikispecies merel

Meer informatie


Nedersorbisch

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

kos

  1. (zangvogels) Turdus merula op Wikispecies merel

Meer informatie


Papiaments

Zelfstandig naamwoord

kos

  1. ding


Pools

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

kos

  1. (zangvogels) Turdus merula op Wikispecies merel

Meer informatie


Servo-Kroatisch

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

kos

  1. (zangvogels) Turdus merula op Wikispecies merel

Meer informatie


Sloveens

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

kos

  1. (zangvogels) Turdus merula op Wikispecies merel

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • kos

Zelfstandig naamwoord

kos mbezield

  1. (zangvogels) Turdus merula op Wikispecies merel; een zwarte zangvogel met een gele snavel die familie is van de lijster
Verbuiging



Gelijkklinkende woorden
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

Meer informatie

Verwijzingen

Zelfstandig naamwoord

kos

  1. genitief meervoud van kosa

Werkwoord

kos

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord kosit


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • kos
Naar frequentie 24912

Zelfstandig naamwoord

kos

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van ko