kaberdoes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·ber·does
Woordherkomst en -opbouw
- herkomst onzeker, het eerste deel is waarschijnlijk een verbastering van Frans cabaret zn "verouderd: café, restaurant", het tweede deel betekent doux "aangenaam" of douze "twaalf", verwijzend naar een classificatie in de tijd van Napoleon [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaberdoes | kaberdoezen |
verkleinwoord | kaberdoesje kaberdoeske |
kaberdoesjes kaberdoeskes |
Zelfstandig naamwoord
- (informeel) goedkope herberg of drinkgelegenheid
- ▸ Eens, op een middernacht, reeds lang geleden, in een dier dubbelzinnige, afschuwelijke herbergen uit het voorgeborchte van Antwerpen, in een dier ellendige kaberdoezen, die men nooit meer vergeten kan, heb ik een lied gehoord, een lied van opstand en woede, een lied van vermaledijding en droefenis ...[4]
- (informeel) eenvoudig bordeel
- ▸ Na de aanloop met magere Stella heb ik van mijn bordeelexperimenten gedurende de afgelopen zes jaren een zorgvuldige comptabiliteit gehouden. Zes jaren en twee maanden, om exact te zijn. Vanaf november 1959 heb ik elke vrijdagavond een andere kaberdoes bezocht met slechts één korte onderbreking in april 1962, toen ik gedurende drie weken met geelzucht het bed moest houden.[5]
Opmerkingen
- Dit woord is alleen gangbaar in Vlaanderen, Brabant en Limburg. [6]
Schrijfwijzen
- kabberdoes (uitspraakvariant)
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'kaberdoes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kaberdoes op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Kabberdoeskes in: de Stem, jrg. 101 nr. 23555 (24 december 1960), p. 9 kol. 1
- ↑ Weblink bron Meijere, Victor de“Uit mijn land” (1904), Romburgh, Utrecht, p. 151
- ↑ Weblink bron Die dag in dat bordeel in: De Nieuwe Stem., jrg. 22 nr. (1967), Drukkerij en uitgeverij Laverman, Drachten, p. 141
- ↑ Weblink bron Frans ClaesReacties : Wat is Vlaams? in: Onze Taal., jrg 65 nr. 10 (oktober 1996), Genootschap Onze Taal, Den Haag, p. 250