kaapstander
Uiterlijk
- Geluid: kaapstander (hulp, bestand)
- IPA: /ˈkaːp.stɑn.dər/
- kaap·stan·der
- Ontleend aan Middelfrans cabestant, volksetymologisch geïnterpreteerd als een samenstelling van kaap en stander . [1]
- In de betekenis van ‘windas’ voor het eerst aangetroffen in 1530. [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaapstander | kaapstanders |
verkleinwoord | kaapstandertje | kaapstandertjes |
de kaapstander m
- (techniek), (scheepvaart) een vertikaal opgestelde windas die rondgedraaid wordt door middel van vier of meer handspaken, en waarmee zware lasten kunnen worden geheven of verplaatst
- Het touw waaraan de last is vastgemaakt, wordt langzaam maar zeker om de ronddraaiende spil van de kaapstander opgewikkeld.
1. kaapstander
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord kaapstander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal