lier
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |


Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lier
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘horizontaal geplaatste kaapstander’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1859 [1]
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘snaarinstrument’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1440 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lier | lieren |
verkleinwoord | liertje | liertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (muziekinstrument) een Grieks snaarinstrument
- (techniek) een werktuig met kabel en wielen/trommels, dat gebruikt wordt om te hijsen, slepen of trekken
Gelijkklinkende woorden
- Lier, de naam van het sterrenbeeld
Synoniemen
- [2] windas
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een Grieks snaarinstrument
2. een werktuig om te hijsen, trekken of slepen
Gangbaarheid
- Het woord lier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "lier" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziekinstrument in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %