inlineskaten/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van inlineskaten
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		inlineskaten			te inlineskaten
	toekomend		zullen inlineskaten			te zullen inlineskaten
voltooid	tegenwoordig		geïnlineskatet			te geïnlineskatet
	toekomend		geïnlineskatet zullen			geïnlineskatet te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	inlineskatend		geïnlineskatet			ev. inlineskate	mv. verouderd inlineskatet	inlineskate
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	inlineskate	inlineskatet	inlineskatet	inlineskatet	inlineskatet	inlineskaten	inlineskaten	inlineskaten
verleden (o.v.t.)	inlineskatete	inlineskatete	inlineskatete	inlineskatete	inlineskatete	inlineskateten	inlineskateten	inlineskateten
toekomend (o.t.t.t.)	zal inlineskaten	zult/zal inlineskaten	zult/zal inlineskaten	zult inlineskaten	zal inlineskaten	zullen inlineskaten	zullen inlineskaten	zullen inlineskaten
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou inlineskaten	zou inlineskaten	zou(dt) inlineskaten	zoudt inlineskaten	zou inlineskaten	zouden inlineskaten	zouden inlineskaten	zouden inlineskaten
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij