inkohieren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van inkohieren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		inkohieren			in te kohieren
	toekomend		zullen inkohieren in zullen kohieren			te zullen inkohieren in te zullen kohieren
voltooid	tegenwoordig		ingekohierd			te ingekohierd
	toekomend		ingekohierd zullen			ingekohierd te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	inkohierend		ingekohierd			ev. kohier in	mv. verouderd kohiert in	kohiere in (bijzin) inkohiere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	kohier in	kohiert in	kohiert in	kohiert in	kohiert in	kohieren in	kohieren in	kohieren in
verleden (o.v.t.)	kohierde in	kohierde in	kohierde in	kohierde in	kohierde in	kohierden in	kohierden in	kohierden in
toekomend (o.t.t.t.)	zal inkohieren	zult/zal inkohieren	zult/zal inkohieren	zult inkohieren	zal inkohieren	zullen inkohieren	zullen inkohieren	zullen inkohieren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou inkohieren	zou inkohieren	zou(dt) inkohieren	zoudt inkohieren	zou inkohieren	zouden inkohieren	zouden inkohieren	zouden inkohieren
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	inkohier	inkohiert	inkohiert	inkohiert	inkohiert	inkohieren	inkohieren	inkohieren
verleden (o.v.t.)	inkohierde	inkohierde	inkohierde	inkohierde	inkohierde	inkohierden	inkohierden	inkohierden
toekomend (o.t.t.t.)	zal inkohieren in zal kohieren	zult/zal inkohieren in zult/zal kohieren	zult/zal inkohieren in zult/zal kohieren	zult inkohieren in zult kohieren	zal inkohieren in zal kohieren	zullen inkohieren in zullen kohieren	zullen inkohieren in zullen kohieren	zullen inkohieren in zullen kohieren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou inkohieren in zou kohieren	zou inkohieren in zou kohieren	zou(dt) inkohieren in zou(dt) kohieren	zoudt inkohieren in zoudt kohieren	zou inkohieren in zou kohieren	zouden inkohieren in zouden kohieren	zouden inkohieren in zouden kohieren	zouden inkohieren in zouden kohieren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij