herlanceren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van herlanceren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		herlanceren			te herlanceren
	toekomend		zullen herlanceren			te zullen herlanceren
voltooid	tegenwoordig		geherlanceerd			te geherlanceerd
	toekomend		geherlanceerd zullen			geherlanceerd te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	herlancerend		geherlanceerd			ev. herlanceer	mv. verouderd herlanceert	herlancere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	herlanceer	herlanceert	herlanceert	herlanceert	herlanceert	herlanceren	herlanceren	herlanceren
verleden (o.v.t.)	herlanceerde	herlanceerde	herlanceerde	herlanceerde	herlanceerde	herlanceerden	herlanceerden	herlanceerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal herlanceren	zult/zal herlanceren	zult/zal herlanceren	zult herlanceren	zal herlanceren	zullen herlanceren	zullen herlanceren	zullen herlanceren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou herlanceren	zou herlanceren	zou(dt) herlanceren	zoudt herlanceren	zou herlanceren	zouden herlanceren	zouden herlanceren	zouden herlanceren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij