herintreden/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van herintreden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		herintreden			te herintreden
	toekomend		zullen herintreden			te zullen herintreden
voltooid	tegenwoordig		heringetreden			te heringetreden
	toekomend		heringetreden zullen			heringetreden te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	herintredend		heringetreden			ev. herintreed	mv. verouderd herintreedt	herintrede
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	herintreed	herintreedt	herintreedt	herintreedt	herintreedt	herintreden	herintreden	herintreden
verleden (o.v.t.)	herintrad	herintrad	herintrad	herintrad	herintrad	herintraden	herintraden	herintraden
toekomend (o.t.t.t.)	zal herintreden	zult/zal herintreden	zult/zal herintreden	zult herintreden	zal herintreden	zullen herintreden	zullen herintreden	zullen herintreden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou herintreden	zou herintreden	zou(dt) herintreden	zoudt herintreden	zou herintreden	zouden herintreden	zouden herintreden	zouden herintreden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij