Naar inhoud springen

grazioso

Uit WikiWoordenboek
  • gra·zi·o·so
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘bevallig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1795 [1] [2]

grazioso

  1. (muziek) bevallig, met gratie
24 %van de Nederlanders;
29 %van de Vlamingen.[3]
  • gra·zio·so
enkelvoud meervoud
mannelijk grazioso graziosi
vrouwelijk graziosa graziose

grazioso m

  1. bevallig, sierlijk, gracieus, mooi om te zien, lieftallig